Duitsland Groot Brittannië deze fabriek, die op 28 Juni 1894 werd opgericht. Na een zeer bescheiden begin werd in 1904 de fabriek in Mortsel (Antwerpen) gebouwd. Gevaert is thans uitgegroeid tot een bedrijf, waar meer dan 5200 personen een bestaan vinden. De researchafdeling alleen al heeft een staf van 462 personen. De productie is thans zes maal die van het topjaar 1938. Bondsregering verdeelt filmprijzen Ter gelegenheid van de plechtige opening van het Vierde Internationale Filmfestival te Berlijn op 18 Juni j.1. heeft de Bondsminister van Binnen landse Zaken. Dr. Schröder, medeqedeeld welke prijzen de Bondsregering voor 1954 heeft toege kend. Jaarlijks looft de Regering van de Bondsrepu bliek Duitsland filmprijzen uit ter aanmoediging van de filmproductie in het algemeen en ter waardering van artistieke prestaties. Dit jaar werd de wisselprijs, de zogenaamde Gouden schaal", voor de beste Duitse speelfilm toegekend aan de film „Weg ohne Umkehr". Als de beste korte speelfilm werd ,,Das Wunderfen- ster" onderscheiden, als de beste documentaire in zwart-wit „Konzert am Tümpel" en in kleuren Stern von Biethlehem". Verdere onderscheidingen werden toegekend aan: Jochen Huth als de beste draaiboekschrijver, Helmut Kautner als de beste regisseur, Hans Schneeberger als cameraregisseur, Hans-Martin Majewski als film-componist, Ruth Leuwerik als de beste hoofdrolspeelster, René Deltgen als hoofdrolspeler en Lil Dagover en Reinholt Schün- zel voor de beste bijrollen. Prijsvraag voor auteurs Dat zowel het filmbedrijf als de Overheid een open oog heeft voor het belang, dat met het wer ven van nieuwe schrijvers voor de film gemoeid is, blijkt uit de prijsvraag, welke dit voorjaar werd uitgeschreven. De zes grootste Duitse filmverhuurkantoren en de Bürgschaftsgesellschaft für Filmkredite (een Overheidsinstelling in de vorm van een particu liere filmbank, welke garanties verleent aan film producenten) hebben zestig schrijvers, die zich reeds naam hebben verworven maar nog nooit voor de film hebben geschreven, uitgenodigd aan een prijsvraag deel te nemen. Zij zijn geheel vrij in de keuze van hun stof met dien verstande, dat de voorkeur wordt gegeven aan onderwerpen, die de algemene belangstelling hebben. Hierbij wordt niet de dramaturgische constructie van de hande ling als doorslaggevend gezien, maar de ontwik keling van de karakters waaruit de handeling op overtuigende wijze voortvloeit. Men heeft dus geen treatment of uitgewerkt draaiboek gevraagd, maar slechts (een exposé. Iedere schrijver, die aan deze uitnodiging gevolg geeft, krijgt voor zijn ar beid onverschillig of hij één of meerdere ex- posé's inzendt een bedrag van D.M. 3C0 271.50^. Voor dit bedrag krijgen de initiatief nemers een optierecht, dat uiterlijk zes maanden na het publiceren van de uitslag vervalt. In totaal zullen er zes prijzen van D.M. 3.000 (f2715.—) worden verdeeld. De inzending sloot op 31 Mei j.1. en de uitslag zal einde Augustus gepubliceerd worden. Indien een initiatiefnemer van zijn optierecht gebruik maakt, moet hij een verdere D.M. 5.000 (ƒ4525,betalen, waarvoor hij de volledige filmrechten verwerft. Dit geldt niet alleen voor de bekroonde inzendingen, maar ook voor alle overi ge exposé's. De exploitatie in 1953 Het Britse Ministerie van Handel heeft onlangs enige cijfers gepubliceerd over de resultaten van het filmbedrijf in 1953. Het desbetreffende cijfer materiaal is door de individuele ondernemingen rechtstreeks aan het Ministerie verstrekt op grond van de Statistiekwet 1949. Aangezien het bioscoopbezoek in het tweede (MaartJuni) en het derde kwartaal (Juli September) van 1953 langzamer terugliep verge leken met de overeenkomstige kwartalen van 1952 (respectievelijk met 0,9 en 2,5 en in het vierde kwartaal 1953 (OctoberDecember) ver geleken met dat van 1952 steeg met 0,3 meent het Ministerie dat ,,dit een pauze, schijnt aan te kondigen in de neerwaartse trend van het bio scoopbezoek gedurende de laatste jaren". Deze verbetering viel echter in hoofdzaak te constate ren in Londen en de Zuid-Oostelijke, Zuidelijke en Oostelijke districten, waar het bezoek verge leken met het vierde kwartaal 1952 steeg met res pectievelijk 5,5%, 4,1 c/c en 3,7 Ook Schot land wees een kleine stijging aan, maar in het Noord-Westelijke gebied daalde het bezoek met 2,9 Als men nagaat welke bioscopen van de stij ging profiteerden dan doet men merkwaardige ontdekkingen. Vastgesteld werd, dat in het laat ste kwartaal van 1953 het bezoek aan de kleine bioscoop met minder dan 250 zitplaatsen 7,1 Ji terugliep, terwijl de terugloop bij bioscopen met 251 tot 1000 zitplaatsen, geleidelijk minder werd. Daarentegen steeg het bezoek aan bioscopen met meer dan 1000 zitplaatsen geleidelijk en wel van 0,6 bij bioscopen van 1.001 tot 1250 zitplaatsen tot 5,4 bij de grootste bioscopen, welke over meer dan 2000 zitplaatsen beschikken. 9.9

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1954 | | pagina 22